Feedback geven is bedoelt om de ander te informeren over effecten van zijn gedrag op jou. Veel mensen vinden feedback geven lastig, omdat ze bang zijn dat ze de ander kwetsen met hun feedback. Maar als je de regels goed toepast, zul je merken dat feedback geven werkt en dat de ander ervan kan leren.
- Beschrijf het gedrag dat je hebt waargenomen en niet wat je hebt gefantaseerd of geïnterpreteerd.
Bijvoorbeeld: Je hebt gezien dat er rekenfouten in de begroting zitten. Je vertelt dan welke fouten je gezien hebt, in plaats van ‘Ik vind dat je slordig werk hebt afgeleverd.‘ - Geef feedback zo snel mogelijk nadat je het gedrag hebt waargenomen.
- Breng feedback specifiek, beperk je tot de feiten.
- Geef het gevoel aan dat het gedrag bij je heeft opgeroepen. ‘Ik vind het heel vervelend dat de begroting veranderd moet worden.‘
- Gebruik steeds ik: ik zie, ik hoor, ik lees.
- Vraag of de ontvanger de feedback herkent en heeft begrepen.
- Formuleer zo mogelijk het gewenste gedrag. ‘Wil je de fouten herstellen.‘
- Houd de relatie open.
- Toon respect voor elkaar.
- Realiseer je dat jouw feedback net zo veel over jezelf zegt als over de ander.
- Ook een compliment is feedback.