Communicatie vindt altijd op vier niveaus tegelijk plaats. De boodschap van de zender heeft steeds een:
- Zakelijk aspect
De letterlijke inhoud (tekst) van de boodschap.
Bijvoorbeeld: “Dat was heerlijke koffie.” - Expressief aspect
Datgene wat de zender van zichzelf laat zien; informatie over zijn gemoedstoestand, bedoeld en onbedoeld.
Bijvoorbeeld: “Dat was heerlijke koffie” kan ook zeggen
“Wat gezellig om samen bij te kletsen.” - Relationeel aspect
Drukt uit hoe de zender de verhouding tussen zichzelf en de ontvanger ziet.
“Dat was heerlijke koffie” kan ook betekenen
“Als ik iets aan je vraag, dan doe je dat wel.” - Appelerend aspect
Het beroep dat de zender met zijn boodschap doet op de ontvanger, de invloed.
Bijvoorbeeld: “Dat was heerlijke koffie” kan opgevat worden als
“Haal nog een kop koffie.”
Aspect 2, 3 en 4 worden vooral gevormd door:
- non-verbale communicatie
- interpretatie
- de context waarin de opmerking wordt gemaakt.
NB: de ontvanger bepaalt op welk aspect de boodschap hij zijn aandacht vestigt! Bijvoorbeeld:
Zender: “Dat was heerlijke koffie.”
Ontvanger: “Wil je nog een kop koffie?”
Hij reageert op het appelerende effect.